vrije impro van de bovenste plank /
deel 2
 Rotterdamse
:Improvisatie
 Poel
project ondersteund door de stichting d'OeK

 
projecleider: Wilbert de Joode
 
 

Contrabassist Wilbert de Joode heeft een haarfijne intuïtie voor processen in (vrij) geïmproviseerde muziek. Als autodidact heeft hij vlot zijn draai kunnen vinden tussen toonaangevende musici in de improvisatiewereld, terwijl hij inmiddels ook een veelgevraagd workshopleider is. Met zijn leerlingen zoekt hij naar muzikale samenwerkingsvormen waarin doelbewuste uitersten in klank en spel een heldere en afwisselende muziek teweegbrengen. Hij laat de musici in kleine ensembles improviseren, eventueel met een beperkte opdracht, en analyseert het spel vervolgens kernachtig. De musici krijgen hints over het opbouwen van een muzikale structuur, maar ook over instrumentgebruik, dynamiek, ritmiek en andere speltechnische elementen. Improvisatoren van verschillend ervaringsniveau brengt hij zo met flinke stappen vooruit, individueel en in groepsverband. In 1999 werd dat bewezen toen een geslaagd improvisatieconcert volgde op een reeks leerzame bijeenkomsten met Wilbert bij de R:IP. 

In juni / juli 2003 was er een hernieuwde samenwerking, deels met andere musici dan voorgaande keer. Wilbert ging van start met een reeks duo's, waarin alle deelnemers eenmaal met hem samenspeelden. Dat waren kleine juweeltjes, waarin de muzikale verwantschap tussen projectleider en ensemble hoorbaar werd. Even bestond de schijn dat de workshop een improvisatiemasterclass betrof. Het effect van de Joode's sturende basspel werd echter gemist in de daaropvolgende improvisaties, die hij vanaf de zijlijn kritisch beschouwde en van commentaar voorzag. Toch bleef het spel op een niet te onderschatten niveau. Het credo 'luisteren is net zo belangrijk als spelen' bleek voor de musici een vanzelfsprekendheid. Wilbert kon daardoor snel een essentieel onderwerp aansnijden: zijn diepe overtuiging van het belang van de 'extra kracht'. Als je bijvoorbeeld in een trio speelt, is de muziek die ontstaat de vierde kracht. Het is zaak je te concentreren op die vierde kracht, en niet op directe lijnen met de individuele spelers. De snelste manier om samenspel te bewerkstelligen lijkt het aangaan van directe lijnen met je medespelers, maar het tegendeel is waar. Want de kans is groot dat je er één uitpikt waarmee je vervolgens zo'n nauw samenspel ontwikkelt dat de rest er niet meer toe doet. Of je gaat je misschien teveel voegen naar de anderen, waardoor je in een volgende of dienende rol vervalt. Het was Wilbert tijdens zijn recente tournee in Canada opgevallen dat zijn medemusici al gas terugnamen op het moment dat hij naar zijn strijkstok greep. Er bestond kennelijk een vooringenomen idee over wat er komen zou. Zoiets kan je vermijden door het visuele uit te sluiten. 

Er heerste korte tijd wat verwarring in de groep door Wilbert's suggestie om je eigen lijn uit te spelen zonder al te nadrukkelijk aan te haken bij andere individuele spelers. Is dat niet in tegenspraak met misschien wel de enige regel van de improvisatie, dat het gaat om samenspel? Toch werd gaandeweg, ook in de analyse van de gespeelde improvisaties, duidelijk om welke logica het Wilbert te doen is. Zolang musici bezig zijn met elkaar en elkaars vermeende bedoelingen blijven er niet-muzikale elementen in het spel waardoor de muziek zelf geen vlucht kan nemen. Je krijgt dan bijvoorbeeld terughoudendheid, afwachtendheid, aftasten, twijfel, rigide rolverdelingen, apen, 'spelletjes', enzovoort. De 'extra kracht' wordt niet als entiteit gehoord en ontplooid. Binnen de workshopgroep ontstond een kleine discussie over de vraag of de 'extra kracht' er in die situatie dan wel is, of je streven er niet op gericht moet zijn de 'extra kracht' te laten verrijzen uit het niets, de openingssituatie. Dit is echter vooral een kwestie van woordgebruik; waar het om draait is dat je concentratie uitgaat naar het totaal van de muziek en niet de losse onderdelen ervan. 

Met het bewustzijn van de 'extra kracht' kon de groep tijdens de daaropvolgende drie bijeenkomsten in het diepe duiken, zoals Wilbert van plan was. Op 21 november werd de reeks afgesloten met een concert, waarin veel uitersten en nuances in improvisatiemuziek toonden hoe ieder op een eigen manier met deze materie omgaat.

Dit project keeg een specifieke ondersteuning door de stichting d'OeK (de Oefening, de Kunst). Deze stichting behartigt de professionele belangen van een aantal in Nederland gevestigde vooruitstrevende improvisatiemusici. Wilbert de Joode is één van hen. Hun webadres is www.doek.org.